|
||||||||
“ Dickey Betts has always been a ramblin’ man… “ Dickey Betts is er bijna 76, maar heeft er blijkbaar nog altijd niet genoeg van. Dickey groeide op in een muzikaal gezin dat luisterde naar traditionele bluegrass, countrymuziek en Western swing. Hij begon op zijn vijfde jaar ukelele te spelen, later schakelde hij over op gitaar, banjo en mandoline. Vanaf zijn zestiende ging hij in bands spelen. Eind jaren ’60 deed hij mee aan jamsessies met onder meer bassist Berry Oakley en gitarist Duane Allman. In 1969 werd hij gevraagd om (als tweede gitarist naast Duane Allman) te spelen bij The Allman Brothers (Band). Die band bestond in de beginperiode uit Duane Allman (gitaar), Gregg Allman (vocalen en orgel), Dickey Betts (gitaar), Berry Oakley (basgitaar), Butch Trucks (drums) en Jai Johanny "Jaimoe" Johanson (drums). De band had een stevig geluid met twee drummers en twee gitaristen, waardoor een geheel eigen sound ontstond. In 1971 kwam Duane Allman (de eerste gitarist van de The Allman Brothers) bij een motorongeluk om het leven. De overige bandleden besloten om geen nieuwe gitarist aan te stellen, zodat Dickey Betts vanaf dat moment de enige gitarist was. Betts kreeg een grotere invloed op de muziek van The Allman Brothers. Daardoor wijzigde de muziekstijl van de band, want in plaats van de rauwe bluesrock die ze op hun eerste albums speelden, kwam er op hun latere albums meer ruimte voor countryachtige muziek. Dit verschil is duidelijk te horen op het album ‘Brothers and Sisters’ uit 1973, waarop ook de succesvolle nummers “Ramblin’ Man” en “Jessica” (genoemd naar zijn dochter Jessica Betts) staan, die geschreven zijn door Dickey Betts. Betts bracht in 1974 zijn eerste soloalbum uit, getiteld ‘Highway Call’. In 1976 viel The Allman Brothers Band uit elkaar als gevolg van toenemende onderlinge strubbelingen. Dickey Betts vormde in 1977 een nieuwe band, genaamd Dickey Betts and the Great Southern. In 1979 kwam The Allman Brothers Band toch weer bijeen. Dat bleek maar voor korte tijd te zijn, want in 1982 werd de band alweer opgeheven. In 1989 verscheen er een jubileum-box ‘Dreams’ omdat het twintig jaar geleden was dat het eerste album van The Allman Brothers was verschenen. Ook werd er een jubileumtournee georganiseerd. In 2000 is Dickey Betts ontslagen wegens verslavingsproblemen. De drie overgebleven oorspronkelijke leden (Gregg Allman, Butch Trucks en Jaimoe) hadden dat ontslag hem per fax meegedeeld. Sindsdien heeft Dickey Betts een aantal (hoofdzakelijk live) albums uitgebracht. Dickey Betts heeft gespeeld met veel artiesten zoals Elvin Bishop, Bobby Whitlock, The Marshall Tucker Band, Charlie Daniels, Buddy Miles en Hank Williams jr. In juli 2019 bracht The Dickey Betts Band een nieuw live album uit ‘Ramblin’ Man’ dat vorig jaar is opgenomen in het St. George Theater in Staten Island (NYC). Dickey’s zoon Duane Betts (genoemd naar Duane Allman) (lead gitaar), Frankie Lombardi (drums) & Mike Kach (keys, zang), Pedro Arevalo (bas) -tot zover zijn oude maten van de Great Southern band- én Damon Fowler (slide + gitaar) en Steve Camilleri (drums) maakten deel uit van Betts’ live band. Gast op één nummer was Devon Allman (zoon van Gregg Allman), wat ergens te verwachten was omdat Duane Betts ook in de Allman Betts Band speelt, samen met Devon Allman en de zoon van Berry Oakley. De live set opent met “Hot Lanta’”, een wervellend instrumentaal nummer dat nog niet eerder op een Betts’ album verscheen en, waaraan alle leden van de ABB meeschreven aan de melodie die Betts componeerde. Na enkele akkoorden van het gekende “Franklin’s Tower” van Grateful Dead volgt “Blue Sky” en een ander Betts’ nummer, “Statesboro Blues”. Met “Midnight Rider” brengt Devon Allman een ode aan zijn vader Gregg Allman (1947-2017), die op 69-jarige leeftijd in zijn huis in Savannah overleed. Mike Kach neemt dan over voor “My Getaway”, een nummer dat hij zelf schreef en hier ook zelf zingt. De drie aanwezige gitaristen doen allen een solo. “Nothing You Can Do” komt uit ‘Dick Betts & Great Southern’, een solo album uit 1977, waarin Betts het heeft over onbeantwoorde liefde: “there ain’t nothing you can do to love somebody and they don’t love you”. In Bett’s instrumental “In Memory of Elizabeth Reed” die meer dan twintig minuten duurt, schitteren vader en zoon Duane en klinken hun gitaren simultaan bijna als violen. Pedro Arevalo opent “Whipping Post” met een bas riff dat de massa wakker schudt. Ook dit nummer werd nog niet eerder door Betts opgenomen. Kach doet hier knap de zang van het nummer dat hij met de ABB (waarvan hij vanaf 1969 deel uitmaakte) live vaak speelde. De top 10 nummers uit de jaren ’70 moeten dan nog volgen. Wie de klassiekers “Ramblin’ Man” en “Jessica” nu nog niet kent, komt waarschijnlij van een andere planeet. Samengevat, een uitstekend optreden met veel ouder ABB songs, inclusief enkele typische Gregg Allman nummers én, nog vele niet eerder opgenomen Bett’s nummers, die hem zeker gezien zijn leeftijd extra charmeerden. Als origineel lid van de Allman Brothers Band en frontman van de Great Southern band verdient de nog levende legende Dickey Betts nu al als gitarist een plaats in de geschiedenis van de Amerikaanse rockmuziek. Natuurlijk hadden we hier willen bij zijn, maar de opnames koesteren en nog eens herbekijken is een garantie voor later. “ As an original member of the Allman Brothers Band and front man of the Great Southern, living legend Dickey Betts already deserves a place in the history of American rock music as a guitarist … “ (ESC for Rootstime.be) Eric Schuurmans
Album track list CD/DVD*: Album line-up: Discography Dickey Betts (Band) / with Great Southern:
|
||||||||
|
||||||||